-
1 complimenter
complimenter [kõpliemãtee]〈 werkwoord〉1 〈+ sur, pour〉een compliment, complimenten maken (over) ⇒ gelukwensen (met), complimenteren (met)v -
2 féliciter
féliciter [feeliesietee]♦voorbeelden:féliciter qn. pour ses vingt ans • iemand gelukwensen met zijn twintigste verjaardag1 zich gelukkig prijzen ⇒ zich gelukkig achten, dankbaar zijn (voor)♦voorbeelden:tu peux te féliciter • je mag van geluk sprekenv1) feliciteren
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский